Wat u moet weten over de kleurentheorie voor schilderen

Sally Gilles / EyeEm / Getty-afbeeldingen

Bij het mengen van kleuren voor schilderen is de fundamentele regel dat drie kleuren niet kunnen worden gemaakt door andere kleuren te mengen. Deze drie (rood, blauw en geel) staan ​​bekend als de primaire kleuren.

Primaire kleuren mengen

Als je twee primaire kleuren mengt, creëer je een zogenaamde secundaire kleur. Door blauw en rood te mengen ontstaat paars, rood en geel maken oranje, en geel en blauw maken groen. De exacte tint van de secundaire kleur die je hebt gemengd, is afhankelijk van het rood, blauw of geel dat je gebruikt en de verhoudingen waarin je ze mengt. Als je drie primaire kleuren mengt, krijg je een tertiaire kleur.

Hoe zit het met zwart en wit?

Zwart en wit kunnen ook niet worden gemaakt door andere kleuren te mengen, maar omdat ze niet worden gebruikt bij het mengen van kleuren om kleuren te creëren, worden ze uitgesloten van de kleurmengingstheorie. Als je wit aan een kleur toevoegt, maak je deze lichter en als je zwart toevoegt, maak je de kleur donkerder (hoewel sommige schilders helemaal geen zwart gebruiken).

Verschillende kleuren blauw, rood en geel

Ja, u kunt verschillende blauwe, rode en gele kleuren kopen. Blauw omvat bijvoorbeeld kobaltblauw, ceruleanblauw, ultramarijnblauw, monestiaal blauw en Pruisisch blauw. Rood omvat alizarin-karmozijnrood of cadmiumrood, en geel heeft cadmiumgeel medium, cadmiumgeel licht of citroengeel. Dit zijn allemaal primaire kleuren, alleen verschillende versies.

Welke specifieke primaire kleuren u moet gebruiken

Het gaat er niet om dat er een goede of een verkeerde primair is om te gebruiken, maar eerder dat elk blauw, rood en geel anders is en een ander resultaat oplevert wanneer het wordt gemengd. Elk paar voorverkiezingen zal iets anders produceren, soms slechts subtiel anders.

Ga aan de slag met de Color Theory Triangle

Druk het werkblad Kleurmengdriehoek af en schilder het in. Het mengen van kleuren is op zijn meest elementaire basis, de eerste stap op een reis met kleur.

• Warme en koele kleuren

  

  Carolyn Hebbard / Getty Images

  Elke kleur heeft een bepaalde voorkeur voor wat warm en koel wordt genoemd. Het is niet iets dat overweldigend is; het is subtiel. Maar het is een belangrijk element bij het mengen van kleuren omdat het de resultaten beïnvloedt.

  Als groep worden rood en geel als warme kleuren beschouwd en blauw als een koele kleur. Maar als je verschillende roodtinten (of geel of blauw) vergelijkt, zul je zien dat er warme en koele versies zijn van elk van deze kleuren (alleen relatief ten opzichte van elkaar). Cadmiumrood is bijvoorbeeld beslist warmer dan alizarin-karmozijnrood (hoewel alizarin-karmozijnrood altijd warmer zal zijn dan bijvoorbeeld blauw).

  Belang van warme en koele kleuren

  Het is belangrijk om te erkennen dat individuele kleuren een voorkeur hebben voor koel of warm voor kleurmenging. Als je twee koelen samen mengt, krijg je een warme secundaire kleur en, omgekeerd, als je twee koelen samen mengt, krijg je een koele secundaire kleur.

  Door bijvoorbeeld cadmiumgeel en cadmiumrood licht te mengen, ontstaat er een warm oranje. Als je citroengeel mengt met alizarin-karmozijnrood, krijg je een koelere, meer grijze sinaasappel. Bij het mengen van secundaire kleuren gaat het niet alleen om de verhoudingen waarin u twee primaire kleuren mengt, maar ook om te weten wat verschillende rood-, geel- en blauwtinten produceren.

• Secundaire kleuren

  

  Guido Mieth / Getty Images

  Secundaire kleuren worden gemaakt door twee primaire kleuren te mengen: rood en geel om oranje te krijgen, geel en blauw om groen te krijgen, of rood en blauw om paars te krijgen. De secundaire kleur die u krijgt, hangt af van de verhoudingen waarin u de twee primaire kleuren mengt. Als je drie primaire kleuren mengt, krijg je een tertiaire kleur. Secundaire kleuren worden gemaakt door twee primaire kleuren te mengen. Rood en geel maken oranje, rood en blauw maken paars, en geel en blauw maken groen.

  Welke kleuren mijn voorverkiezingen zullen produceren

  Rood en geel maken altijd een soort van oranje, geel en blauw tot groen, en blauw en rood tot paars. De werkelijke kleur die u krijgt, hangt af van de primaire kleur die u gebruikt (bijvoorbeeld of het Pruisisch blauw of ultramarijn is dat u mengt met cadmiumrood) en de verhoudingen waarin u de twee primaire kleuren mengt. Schilder een kleurenkaart waarop je vastlegt welke twee kleuren je hebt gemengd en de (geschatte) verhoudingen van elk. Dit geeft je een kant-en-klare referentie totdat je op het podium komt waarop je instinctief weet wat je krijgt.

  Primaire kleuren gebruiken

  De verhoudingen waarin je de twee voorverkiezingen mixt, zijn belangrijk. Als u er meer van de ene dan de andere toevoegt, zal de secundaire kleur dit weerspiegelen. Als je bijvoorbeeld meer rood dan geel toevoegt, krijg je een sterk, roodachtig oranje; als je meer geel dan rood toevoegt, krijg je een geelachtig oranje. Experimenteer met alle kleuren die je hebt en houd bij wat je hebt gedaan.

• Mixen versus kant-en-klare kleuren kopen

  

  Michael Blann / Getty Images

  Door het mengen van kleuren krijg je een scala aan kleuren met een minimum aan tubes verf (erg handig als je buiten je studio schildert). Als je veel van een bepaalde kleur gebruikt, zul je waarschijnlijk besluiten dat het gemakkelijker is om het in een tube te kopen in plaats van het steeds opnieuw door elkaar te halen.

  Maar je zult merken dat er altijd een geval zal zijn waarin de gewenste kleur gewoon niet kant-en-klaar is, zoals een bepaald groen in een landschap. Uw kennis van het mengen van kleuren stelt u in staat om een ​​kant-en-klare green aan te passen aan de tint die u nodig heeft.

  Het voordeel van het kopen van een voorgemengde kleur is dat u er zeker van bent dat u elke keer dezelfde tint krijgt. En sommige secundaire kleuren met één pigment, zoals cadmiumoranje, hebben een intensiteit die moeilijk te evenaren is met gemengde kleuren.

• Tertiaire kleuren

  Guido Mieth / Getty Images

  Bruin en grijs bevatten alle drie de primaire kleuren. Ze worden gemaakt door alle drie de primaire kleuren of een primaire en secundaire kleur te mengen (secundaire kleuren worden gemaakt van twee primaire kleuren). Door de verhoudingen van de kleuren die je mengt te variëren, creëer je de verschillende tertiaire kleuren.

  Gemakkelijkste manier om een ​​bruin te mengen

  Meng een primaire kleur met zijn complementaire kleur. Dus voeg oranje toe aan blauw, paars aan geel of groen aan rood. Elk van deze maakt een ander bruin, dus maak opnieuw een kleurenkaart om u een snelle referentie te geven waarnaar u kunt verwijzen.

  Gemakkelijkste manier om een ​​grijze kleur te mengen

  Meng wat sinaasappel (of geel en rood) met een blauwe kleur en voeg wat wit toe. Je wilt altijd meer blauw dan oranje, maar experimenteer met de hoeveelheid wit die je gebruikt. Je kunt blauw ook mengen met een aardekleur, zoals rauwe omber of gebrande sienna. Met aquarel heb je geen witte verf; om een ​​grijs lichter te maken, voeg je meer water toe in plaats van wit, maar onthoud dat het grijs lichter wordt als het opdroogt.

  Waarom uw tertiaire kleuren steeds modderig worden

  Als je te veel kleuren mengt, krijg je modder. Als je grijs of bruin er niet uitkomt zoals je wilt, begin dan opnieuw dan meer kleur toe te voegen in de hoop dat het zal werken.

• Complementaire kleuren

  

  Dimitri Otis / Getty Images

  De complementaire kleur van een primaire kleur (rood, blauw of geel) is de kleur die u krijgt door de andere twee primaire kleuren te mengen. Dus de complementaire kleur van rood is groen, blauw is oranje en geel is paars.

  Secundaire kleuren

  De complementaire kleur van een secundaire kleur is de primaire kleur die niet werd gebruikt om deze te maken. Dus de complementaire kleur van groen is rood, oranje is blauw en paars is geel.

  Complementaire kleuren en kleurentheorie

  Wanneer ze naast elkaar worden geplaatst, laten complementaire kleuren elkaar er helderder en intenser uitzien. De schaduw van een object zal ook zijn complementaire kleur bevatten, de schaduw van een groene appel zal bijvoorbeeld wat rood bevatten.

  Hoe u dit kunt onthouden

  De kleurendriehoek maakt het gemakkelijk om te onthouden: de drie primaire kleuren staan ​​in de hoeken. De kleur die je krijgt door twee primaire kleuren te mengen, is ertussen (rood en geel maken oranje, rood en blauw maken paars en geel en blauw maken groen). De complementaire kleur van een primaire kleur is de kleur er tegenover (groen is de complementaire kleur van rood, oranje voor blauw en paars voor geel).

  Druk het werkblad Kleurmengdriehoek af en schilder het in. Het lijkt misschien een simpele oefening, het is nauwelijks de moeite waard om er tijd aan te besteden, maar het is de eerste stap in een fundamentele schildervaardigheid: het succesvol mengen van kleuren. Hang het aan de muur zodat je het in één oogopslag kunt zien totdat je hebt geïnternaliseerd welke kleuren primair, secundair, tertiair en complementair zijn.

  Complementaire kleuren mengen

  Als je complementaire kleuren mengt, krijg je een tertiaire kleur, met name bruin (in plaats van grijstinten).

• Color Theory Lesson: Black and White gebruiken

  

  Ena Sager / EyeEm / Getty-afbeeldingen

  Hoewel het logisch lijkt dat om een ​​kleur lichter te maken, u er wit aan toevoegt en dat u om deze donkerder te maken zwart toevoegt, is dit een te grote vereenvoudiging. Wit vermindert de helderheid, dus hoewel het een kleur lichter maakt, wordt de levendigheid ervan verwijderd. Zwart voegt niet zozeer duisternis toe, maar creëert troebelheid (hoewel er gevallen zijn waarin zwart op een unieke manier nuttig is, zoals het bereik van groen dat het kan produceren wanneer het wordt gemengd met geel).

  Voeg geen wit toe om een ​​kleur lichter te maken

  Door wit aan een kleur toe te voegen, wordt een tint van die kleur geproduceerd, wordt een transparante kleur (zoals ultramarijn) ondoorzichtig en wordt de kleur gekoeld. Dit valt het meest op bij rood, dat verandert van warm rood in koel roze als je titaniumwit gebruikt. Je kunt wit toevoegen om een ​​kleur lichter te maken, maar omdat dit de levendigheid van kleur wegneemt, krijg je een vervaagde foto als je wit gebruikt om al je kleuren lichter te maken. Ontwikkel eerder uw vaardigheden om kleuren te mengen om tinten met verschillende intensiteit te produceren. Om bijvoorbeeld een rood lichter te maken, voegt u wat geel toe in plaats van wit (of probeer zinkwit). Aquarelverf is natuurlijk transparant, dus om lichter te maken voeg je gewoon meer water toe om het wit van het papier door te laten schijnen.

  Voeg geen zwart toe om een ​​kleur donkerder te maken

  Zwart neigt naar vuile kleuren in plaats van ze simpelweg donkerder te maken. Van de meest voorkomende zwarttinten is Marszwart de zwartste en is zeer ondoorzichtig, ivoorzwart heeft een bruine ondertoon en lampzwart een blauwe ondertoon.

• Kleurtheorie les: zwart vermijden voor schaduwen

  

  Mondadori via Getty Images / Getty Images

  Bedenk hoeveel echt zwart is. Schaduwen zijn niet alleen zwart, noch een donkere versie van de kleur van het object. Ze bevatten de complementaire kleur van het object.

  Neem bijvoorbeeld de schaduw op een geel voorwerp. Als je zwart en geel mengt, krijg je een onaantrekkelijke olijfgroen. Gebruik een dieppaars in plaats van dit voor de schaduw te gebruiken. Omdat paars de complementaire kleur van geel is, zullen beide er levendiger uitzien. Als u niet kunt achterhalen welke kleuren er in de schaduwen zijn, vereenvoudig dan waar u naar kijkt door uw hand of een stuk wit papier naast het bit te plaatsen waarmee u problemen ondervindt, en kijk dan opnieuw.

  Schilders die zwart gebruiken

  Op verschillende momenten in hun carrière gebruikten de impressionisten helemaal geen zwart. Neem Monet's schilderijen van de kathedraal van Rouen in de volle zon in de ochtend, bij saai weer en in blauw en goud om te zien wat een genie kan doen met schaduwen (hij maakte 20 schilderijen van de kathedraal op verschillende tijdstippen van de dag). Het is niet waar om te zeggen dat de impressionisten nooit zwart hebben gebruikt, maar ze hebben het idee zeker gepopulariseerd.

  Als je jezelf niet kunt zien werken zonder zwart, overweeg dan om een ​​chromatisch zwart te mixen in plaats van een recht uit de buis zwart te gebruiken. Het heeft ook het voordeel dat het een kleur waarmee het is gemengd niet in dezelfde mate 'doodt'.

• Hoe te testen of een verfkleur dekkend of transparant is

  

  De spar / Marion Boddy-Evans

  Verschillende pigmenten hebben verschillende dekkende eigenschappen. Sommige zijn extreem transparant en worden nauwelijks weergegeven bovenop een andere kleur. Anderen zijn extreem ondoorzichtig en verbergen wat eronder zit. Als je dit in overweging neemt, en niet alleen wat de kleur is, kun je een onderwerp versterken. Het gebruik van transparant blauw in een lucht geeft bijvoorbeeld een groter gevoel van luchtigheid dan een ondoorzichtig blauw. Door een kaart samen te stellen van de kleuren die u regelmatig gebruikt, zoals hierboven, ziet u in één oogopslag hoe transparant of dekkend kleur is.

  Je zal nodig hebben

  • Alle kleuren waarmee u gewoonlijk schildert
  • Middelgrote borstel
  • Doek om de borstel op af te vegen
  • Pot met schoon water
  • Pen om de kleurnamen op te nemen
  • Stuk wit papier. Als je ongeveer een dozijn kleuren hebt, wil je een vel van ongeveer A5-formaat.
  • Liniaal (optioneel, rechte lijnen zijn niet essentieel)
  • Haardroger (optioneel, voor acryl of aquarellen)

  Hoe maak je een kaart

  • Sorteer uw kleuren in een voor u logische volgorde, zoals het kleurenspectrum (regenboog).
  • Meng een beetje van elke kleur. Schilder van elk een verticale streep. Wacht tot ze zijn opgedroogd.
  • Verf horizontale strepen voor alle kleuren, in dezelfde volgorde.
  • Als je een liniaal gebruikt, veeg dan de rand na elke streep af, zodat je de volgende streep niet vervuilt.
  • Noteer de namen van de kleuren naast elke streep.

  Bekijk de resultaten

  • Ondoorzichtige pigmenten zijn compact en hebben de neiging andere kleuren te blokkeren. Hierdoor zijn ze ideaal voor onderwerpen die stevig en zwaar zijn, zoals boomstammen.
  • Transparante pigmenten zijn licht en luchtig en worden nauwelijks weergegeven op andere kleuren. Hierdoor zijn ze ideaal voor sfeervolle onderwerpen zoals een mistige ochtend of doorschijnende stoffen.
  • Semi-transparant is ergens tussen de twee in.
  • Na verloop van tijd hoef je niet meer naar de grafiek te verwijzen, maar zul je instinctief de eigenschappen van een bepaalde kleur kennen. Plak de kaart tot die tijd aan de muur, zodat je hem kunt zien terwijl je aan het schilderen bent.